Lees verder
De vakantieperiode is een mooi moment, vinden ze bij de zusterbedrijven in Nijmegen en Vianen, om te laten zien waar ze op sociaal gebied onderscheidend in willen zijn. Van het huidige chauffeurskorps, dat in totaal uit 180 personen bestaat, maakt een op de vier inmiddels gebruik van de mogelijkheid voor parttime werk. Daarbij gaat het in de meeste gevallen, ruim 70 procent, om dienstverbanden van 32 uur. De overige parttimers werken 24 uur per week. “We bieden die optie sinds drie jaar aan”, vertelt Pieta Bekers, die HR manager is bij De Klok Logistics (DKL). “Onder sollicitanten en onze eigen chauffeurs groeide de behoefte daaraan. Vooral bij 60-plussers en mensen met een jong gezin.”
Het aantal chauffeurs dat parttime bij DKL en Van Vliet Transport (VVT) werkt, neemt volgens Bekers nog altijd toe. Zij verwacht dat door de verhoging van de pensioenleeftijd de belangstelling hiervoor bij de oudere chauffeurs - en magazijnmedewerkers - groot blijft. “Duurzame inzetbaarheid is een belangrijk thema. Een derde van onze chauffeurs is tussen de 45 en 60 jaar. Wij willen hen graag gezond en met plezier tot aan hun pensioen aan het werk houden. De mogelijkheid om minder uren te werken is een van de middelen die we daarvoor inzetten. Bij jongere chauffeurs is het door de coronacrisis de vraag hoe parttime werken zich nog verder ontwikkelt. In economisch slechte tijden zie je dat die groep eerder kiest voor de financiën en dus voor een fulltime dienstverband.”
Medezeggenschap vindt bij DKL onder andere plaats in een speciaal chauffeurscomité. Daar krijgen chauffeurs – zoals Rob Zwaans (58) – alle ruimte voor het geven van hun mening. “Chauffeurs worden bij ons gehoord en waar nodig ondernemen we actie.” Jaarlijks heeft de leiding met iedere chauffeur een evaluatiegesprek. Dat was een idee waar chauffeurs zelf mee kwamen en is inmiddels ingevoerd voor alle functiegroepen. Het zijn geen beoordelingsgesprekken, maar gesprekken waarbij de persoonlijke behoeften van medewerkers - zoals parttime werken en aanvullende opleidingen – centraal staan.
Parttime werk en duurzame inzetbaarheid maken deel uit van het sociaal beleid van de bedrijven, die beide eigendom zijn van transportondernemer Remco Vos. De bedrijven noemen hun beleid vooruitstrevend en omschrijven het als ‘sociaal transport’. “Het personeel is ons meest waardevolle kapitaal”, geeft Bekers aan. “Met goed werkgeverschap kunnen we medewerkers beter aan ons binden en vergroten we onze aantrekkingskracht op de arbeidsmarkt. Ons beleid leidt behalve tot een gering verloop en ook tot een laag ziekteverzuim. Het vroegtijdig verloop (vertrek binnen negen maanden - red) is bij ons 0,5 procent en het ziekteverzuim momenteel 2,5 procent. Ter vergelijking: landelijk ligt dat laatste nu ongeveer op 5,5 procent.”
Andere onderdelen van het sociaal beleid zijn psychosociale arbeidsbelasting (PSA) en medezeggenschap. “Bij PSA draait het onder meer om een goede balans tussen werk en privé”, aldus Bekers. “En dat sluit weer aan bij parttime werken. Voor onze PSA-aanpak maken we gebruik van de module, die het Sectorinstituut Transport en Logistiek daarvoor ontwikkelde voor bedrijven met het oog op vereiste RI&E, de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie. Vier jaar geleden hielden we, in het kader van het programma ‘Gezond Transport’, een enquête onder het personeel en werd onze aanpak op dat vlak met een 8 beoordeeld. Aan PSA moet je echter blijvend werken. Daardoor gaan we medewerkers extra stimuleren om na te denken over hun toekomst en gezondheid en zetten we de PSA-module, met onder meer aandacht voor leefstijl, werkstress en fysieke belasting, weer hoog op de agenda.”
DKL en VVT zetten momenteel op social media en via een persbericht de schijnwerper op hun sociaal transport-aanpak. De bedrijven groeien en hebben behoefte aan nieuw personeel, waaronder chauffeurs. Bekers: “We zoeken juist nu de aandacht, in de vakantieperiode, omdat mensen dan vaak nadenken over hun huidige baan en functie.” De zusterbedrijven richten zich bij het werven van nieuwe medewerkers ook op zij-instromers. “In de afgelopen jaren vier jaar hebben we vijftien zij-instromers in dienst genomen als chauffeur. Ongeveer de helft daarvan had een afstand tot de arbeidsmarkt en was langdurig werkloos of vluchteling met een verblijfsvergunning.” Verder laat Bekers weten, dat veel sollicitanten door medewerkers van DKL en VVT worden aangedragen. “En dat doe je niet als je ons geen fijne werkgever vindt.”
Door de verhoging van de pensioenleeftijd neemt naar verwachting de belangstelling voor parttime werken bij de oudere chauffeurs - en magazijnmedewerkers toe.
Het ‘sociaal transport’ waarmee DKL en VVT zich willen profileren, lijkt in schril contrast te staan met de manier waarmee hun zusterbedrijf, Vortex Logistics, begin dit jaar in het nieuws kwam. Het Litouwse bedrijf waarvan Vortex gebruik maakt kreeg in februari van de Inspectie SZW een boete van 89.000 euro voor het mogelijk onderbetalen van uit dat land afkomstige chauffeurs. Die Litouwse firma is net als DKL, VVT en Vortex eigendom van ondernemer Remco Vos. Het bedrijf uit Litouwen ging overigens tegen de boete in beroep. De procedure die daaraan verbonden is, loopt op dit moment nog.
Vortex wordt in persbericht en op de social media-posts van DKL en VVT over hun sociaal-transport-beleid niet genoemd. Bekers is tevens personeelsmanager bij Vortex Logistics. Ze geeft aan dat die onderneming in Nederland hetzelfde sociaal beleid hanteert als DKL en VVT. “Vortex Logistics voert internationaal transport uit en maakt daarvoor gebruik van veel charters. Het heeft alleen kantoorpersoneel in vaste dienst. DKL en VVT voeren daarentegen fijnmazig distributie binnen Nederland uit met hoofdzakelijk eigen chauffeurs. Voor die bedrijven zijn we momenteel op zoek naar nieuwe mensen, waaronder chauffeurs. Daarom worden alleen die twee genoemd.”