headerfoto - foto wordt afgesneden aan onderkant

Afleveren in woonwijken - zelf bepalen waar en wanneer

Startup bedrijf Izipack voert een pilot uit met pakketkluizen in het Zuid-Hollandse Goeree-Overflakkee en Spijkenisse. Samen met een hub als overslagpunt. Dit is volgens medeoprichter Laurens Tuinhout de oplossing voor de last mile distributie. Consumenten bepalen zelf waar en wanneer ze hun pakket afgeleverd willen hebben. Bovendien, zeker tweederde van bestelbussen, die standaard pakketten komen bezorgen, kan de woonwijk uit.  Hij legt uit hoe het werkt.

 

Lees verder - bekijk de video 

“Wat wij doen is het omdraaien van de keten. Als ontvanger hoef je niet slaafs te volgen wat het track-and-trace systeem van de pakketbezorger aangeeft. De logistiek providers brengen hun pakketten voor een bepaalde woonwijk bij een hub op een bedrijventerrein. Op dat moment krijgt de consument een bericht via de app en kan hij aangeven wat hij wil. Bijvoorbeeld, laat maar een dag liggen, of breng het naar de pakketkluis bij mijn woonadres, of bundel al mijn pakketten en laat het door een fietskoerier vanavond bij mij thuis bezorgen.”

 

“Ik geloof heilig in het concept van pakketkluizen. Maar niet zoals het tot nu toe wordt toegepast in Nederland, namelijk als alternatief afgiftepunt voor als er geen supermarkten in de buurt zijn. Of zoals in Scandinavië waar je een hele rij pakketkluizen in drie verschillende kleuren van diverse providers tegen komt. Als Nederland staan we nog aan het begin van de toepassing. Het World Economic Forum heeft pakketkluizen gekwalificeerd als oplossing om de leefbaarheid in woonwijken te verbeteren. Het huis aan huis beleveren van pakketten met behulp van een bestelbus is echt niet van deze tijd. Daar moeten we zo snel mogelijk van af.”

Jij bepaalt waar je het pakket laat landen, omdat we er altijd een hub tussen hebben zitten

“Samen met onderzoeksbureau Goudappel Coffeng hebben we de haalbaarheid onderzocht om bushaltes te combineren met pakketkluizen. Want wat je nodig hebt is uitgebreide dekking, ongeveer hetzelfde als van het openbaar vervoer in woonkernen. Personen- en goederenmobiliteit kunnen nog veel van elkaar leren. Daaruit is het idee ontstaan om de pakketkluizen te koppelen aan locaties van bushaltes. Daar geldt het principe dat het grootste deel van de bewoners niet verder dan 500 meter verwijderd is van een halte. Zeventig procent van de pakketten is geschikt voor een pakketkluis. Als je die in pakketkluizen levert, scheelt dit tweederde van de pakweg 15 tot 20 bussen die dagelijks door de straat rijden. In Zuid-Holland betekent dit iedere dag weer ruwweg 1.000 bestelbusritten minder en een reductie van 50 miljoen kilometer per jaar aan ritten door woonwijken.”

 

“We doen deze proef op drie locaties in Zuid-Holland, twee in Spijkenisse en één in Goeree. De provincie wil zowel de halte aantrekkelijker maken als het aantal bestelbussen verminderen. In heel Zuid-Holland zijn 7.500 bushaltes. Daarvan zijn 1.250 zondermeer geschikt voor het plaatsen van een pakketkluis direct naast een halte. Op deze manier kunnen ook forensen op weg naar huis hun pakket ophalen. Dan hoeven ze ook niet meer de auto in om pakketten bij verschillende punten af te halen. Met nog wat extra locaties er bij komen we al snel op een dekkingsgraad van meer dan 80 procent; dat deel van de bewoners hoeft niet verder dan 500 meter te lopen voor het ophalen van een pakket.”

 

“De business case die hieronder ligt is vrij eenvoudig. Dertig procent van de kosten van pakketbezorging zit in de last mile. Dus als we daar kosten weghalen, ontstaat de financiële ruimte om te investeren in pakketkluizen en in hubs. Want een hub betekent natuurlijk extra handlingkosten. Overigens maken we daarbij gebruik van bestaande partijen, denk aan verhuizers en aan groothandelsbedrijven. Sommigen van hen, zoals hier in Spijkenisse hebben hun voorraden ondergebracht bij bedrijven als Bol.com. Ze hebben ruimte beschikbaar. Veel is niet nodig, in ons plan gaat het om gemiddeld 10.000 pakketjes per dag per hub. Dat kan zonder een omvangrijke sorteerinstallatie of het bouwen van weer een nieuwe, grijze doos waar zoveel discussie over is.”

Foto in kolom - 6:4 verhouding

Leveren met een bestelbus is niet van deze tijd – daar moeten we echt zo snel mogelijk van af.

“Binnen de logistiek speelt altijd de kip-ei discussie over volume en netwerk. Daar kom je alleen uit door samen te werken met diverse partners, die allemaal bezig zijn met innovatieve oplossingen voor de last mile en open staan voor alle netwerken. Dat doen we met bijvoorbeeld ViaTim, met Fietskoeriers, met Mypup en met De Buren, die beschikt over software voor het ontsluiten van een kluisje met een QR-code op een smartphone. Dit kunnen we koppelen aan onze applicatie. Zo ontstaat er een groter netwerk en wordt het interessant voor webshops om op deze manier te gaan leveren. We willen natuurlijk graag zo snel mogelijk met onze app in de check-out van de webwinkels komen, zodat consumenten hier specifiek voor kunnen kiezen.”

 

“Uiteraard is er ook een groot maatschappelijk belang. Het is voor de overheid duidelijk, dat de logistiek dit zelf niet gaat oplossen. De provincie Zuid-Holland wil na deze proef, waar we minimaal acht maanden voor nemen, snel opschalen naar een uitgebreide fieldlab organisatie. De opzet is om de hele logistieke keten erbij te betrekken, daarmee inzicht te krijgen in het bestelgedrag van online consumenten, hoe je dat kunt veranderen en waar de overheid in kan sturen. Landelijk uitrollen is nog wat verder weg. Hier in Zuid-Holland gaat het zo’n 1.400 kasten en ik schat 25 tot 30 hubs. Voor heel Nederland zou  je dan moeten denken aan ongeveer 10.000 kasten – net zoveel als waar Denemarken nu plannen voor heeft – en pakweg 300 hubs. Maar daarmee zouden we dus het overgrote deel van de pakketbezorging in woongebieden met behulp van bestelbussen kunnen wegnemen.”

Social delivery – overleven in coronacrisis

Laurens Tuinhout

9/11
Loading ...