Zonnepanelen op DC’s zijn veilig, maar verzeker de installatie goed

Daken van zo’n beetje alle (nieuwe) XXL-distributiecentra in Nederland beschikken inmiddels over een zonnepanelensysteem. Nodig, want steeds meer investeerders en beleggers in zowel nieuwe als bestaande distributiecentra verlangen in het kader van duurzaamheid een BREEAM-certificering om te kunnen voldoen aan de CO2-reductie-eisen. Gerrit Vink (Riskonet) geeft tips en adviezen bij de investering en het beheer over een zonnepaneleninstallatie.

Lees verder 


Allereerst is het belangrijk om te weten welke partij de uiteindelijke eigenaar is van een zonnepaneleninstallatie op het dak van een distributiecentrum. Dat kunnen zijn de eigenaar van het pand of in geval van verhuur, de huurder-gebruiker van het pand of een derde partij.

 

Zelf investeren

De eigenaar van het pand of de huurder-gebruiker kan kiezen voor zelf investeren in de koop van een installatie. In dat geval komen subsidies, besparingen bij eigen verbruik of opbrengsten van levering van stroom aan het net direct terecht bij de eigenaar van de installatie.

 

Of een leaseconstructie

Wanneer de ondernemer niet zelf wil of kan investeren, bestaan er mogelijkheden dat een derde partij investeert in de zonnepaneleninstallatie. In dat geval huurt deze derde partij het dak van de eigenaar van het pand of is er sprake van een leaseconstructie. Een andere reden voor ondernemers om te kiezen voor verhuur van het dak of het leasen van de installatie, is het gemak dat een derde partij alles regelt.

 

Maar waar krijg je zoal mee te maken bij de aanleg van een zonnepaneleninstallatie?

 

  1. Contractuele aspecten:
    Afhankelijk van wie de eigenaar wordt van de installatie, kan er sprake zijn van onder andere een huurcontract, een leasecontract, recht van opstal of een toegangsovereenkomst. In deze contracten worden tussen betrokken partijen afspraken gemaakt over bijvoorbeeld toegang tot de installatie, verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden.

  2. Financieringsaspecten:
    Als de installatie wordt gefinancierd is er veelal sprake van een lening overeenkomst met een bank, een pandakte en een hypotheekakte. Een bank stelt ook eisen op het gebied van onder andere kwaliteitsborging van de zonnepaneleninstallatie, de aanleg, het onderhoud en verzekeringen tijdens de bouwfase en de operationele fase.

  3. Subsidie aanvraag:
    Het is mogelijk om SDE-subsidie aan te vragen voor een zonnestroominstallatie bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Afhankelijk van de SDE-regeling kan er subsidie worden verstrekt voor een periode variërend van 12-16 jaar. CertiQ is de organisatie die, op basis van informatie van de netbeheerder, het bewijs levert aan de RVO dat daadwerkelijk groene stroom wordt opgewekt.

  4. Technische aspecten ontwerp en bouwfase:
    Als de zonnestroominstallatie op het dak van een pand moet worden geplaatst, is het in eerste instantie van belang om vast te stellen of het dak geschikt is. Belangrijke aspecten die daarbij een rol spelen zijn de extra dakbelasting, het type dakbedekking en isolatiemateriaal en de leeftijd van de dakbedekking. Een constructeur moet bepalen of het dak van een distributiecentrum de extra belasting van de installatie kan dragen. Bij sommige typen dakbedekking c.q. -isolatie kan het noodzakelijk zijn extra voorzieningen te treffen tegen bijvoorbeeld het brandrisico. Aangezien een zonnepaneelinstallatie voor een periode van tenminste de subsidieduur wordt aangelegd, maar naar verwachting een levensduur heeft van meer dan twintig jaar, is het noodzakelijk om na te gaan wat de resterende levensduur is van aanwezige dakbedekking om te kunnen bepalen of vervanging vóór de installatie van de zonnepanelen wenselijk is.
    Als er nog geen grootverbruikersaansluiting aanwezig is op de locatie, dan moet die worden aangelegd of de bestaande installatie moet worden verzwaard. De lokale netbeheerder verzorgt de aanleg en controleert vooraf of er nog aansluitcapaciteit beschikbaar is.
    Het ontwerp en de bouw van de installatie vereisen kennis en ervaring. De verschillende componenten van een installatie moeten aan normeringen en kwaliteitseisen voldoen. Het is daarom van belang om te kiezen voor een installateur met aantoonbare kennis en ervaring en heldere afspraken vast te leggen in een zogenaamde Engineering, Procurement & Construction (EPC) overeenkomst. Als de installatie is gefinancierd, wordt in de meeste gevallen een opleveringsinspectie vereist door een onafhankelijk ingenieursbureau. Ook door de betrokken verzekeraars wordt meestal een opleveringsinspectie vereist.

  5. Technische aspecten operationele- / exploitatiefase:
    Voor het optimale rendement, de betrouwbaarheid en veiligheid van een zonnepaneleninstallatie is permanente monitoring, regelmatige visuele controle, onderhoud en inspectie noodzakelijk. In vrijwel alle gevallen wordt dan ook een langjarige (meestal synchroon aan de looptijd van de subsidie) overeenkomst gesloten met een deskundige externe partij. Een dergelijke overeenkomst is in de meeste gevallen ook een vereiste in de financieringsvoorwaarden. Ook de verzekeringsvoorwaarden vereisen veelal aantoonbaar onderhoud en periodieke inspecties.

  6. Risico- en verzekeringsaspecten:
    Een zonnepaneleninstallatie is in feite grotendeels een elektrische installatie. Net zoals bij andere elektrische installaties bestaat het risico op brand als gevolg van bijvoorbeeld kortsluiting en blikseminslag. Afhankelijk van de situatie kunnen daarom aanvullende brandpreventiemaatregelen noodzakelijk zijn. In alle gevallen is het gebruik van kwalitatief goede componenten en aantoonbaar (bijvoorbeeld door middel van de SCIOS Scope 12 inspectierichtlijn) deskundig ontwerp en installatie noodzakelijk. Ook periodiek onderhoud en inspectie is noodzakelijk.
    Andere risico’s waarmee rekening gehouden moet worden bij zonnepaneleninstallaties zijn: storm, sneeuw, hagel, afwatering. Wanneer er sprake is van meerdere betrokken partijen, speelt aansprakelijkheid voor schade aan bijvoorbeeld het pand veroorzaakt door de installatie tussen deze partijen een rol.
Net zoals bij andere elektrische installaties bestaat het risico op brand door bijvoorbeeld kortsluiting en blikseminslag

 

In alle gevallen is het noodzakelijk om voorafgaand aan de installatie eerst te overleggen met de verzekeraars van de installatie, het pand waarop de installatie wordt geïnstalleerd en de verzekeraars van de eventuele huurder van het pand voor inventaris en opgeslagen goederen. Verzekeringen die moeten worden afgesloten voor de bouwfase zijn: een bouw-montage verzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Gebruikelijke verzekeringen tijdens de operationele- of exploitatiefase zijn: een verzekeringsdekking voor schade aan de installatie (er zijn specifieke verzekeringsproducten voor zonnepaneleninstallaties) en een aansprakelijkheidsverzekering.

Energie uit zonnepaneel-installaties is inmiddels, evenals bijvoorbeeld uitgebreide gebouwisolatie, een belangrijke component bij de verdere verduurzaming en het behalen van klimaatdoelstellingen. Geconcludeerd mag worden dat daken van veel logistieke panden, distributiecentra, magazijnen en ook koelvrieshuizen, goede mogelijkheden bieden voor het plaatsen van deze installaties.

 

Overzichtelijk risico

Zonnepanelen op bedrijfsdaken zijn in de meeste gevallen bovendien zonder meer veilig te realiseren, waarbij er sprake is van een overzichtelijk risico. In die gevallen zijn deze installaties prima te verzekeren in tegenstelling tot wat sommige tussenpersonen, makelaars of andere adviseurs aan bedrijven vertellen. Domweg zeggen dat het niet kan, komt voort uit onwetendheid of gemakzucht.

 

Verzekerbaarheid is geen bottleneck 

In het kader van het maatschappelijk belang bij het behalen van milieudoelstellingen, moet de verzekerbaarheid van zonnepaneel-installaties op gebouwen geen bottleneck worden. Ook niet als deze daken, zoals bij veel distributiecentra zijn voorzien van brandbare isolatie. Wie nadenkt over de risico’s en op basis daarvan een installatie realiseert die aantoonbaar van goede kwaliteit is en die op professionele, hoogwaardige wijze is geïnstalleerd en wordt onderhouden, die heeft een goed verhaal bij verzekeraars.

Foto in kolom - 6:4 verhouding

Over de auteur: Gerrit Vink is partner bij Riskonet, een internationaal onafhankelijk opererende adviesorganisatie gespecialiseerd op het gebied van veiligheid en risk management.


Ceva voegt mens en robot samen in dc

Zonnepanelen - wat zijn de risico’s

10/12
Loading ...