Daken van zo’n beetje alle (nieuwe) XXL-distributiecentra in Nederland beschikken inmiddels over een zonnepanelensysteem. Nodig, want steeds meer investeerders en beleggers in zowel nieuwe als bestaande distributiecentra verlangen in het kader van duurzaamheid een BREEAM-certificering om te kunnen voldoen aan de CO2-reductie-eisen. Gerrit Vink (Riskonet) geeft tips en adviezen bij de investering en het beheer over een zonnepaneleninstallatie.
Lees verder
Allereerst is het belangrijk om te weten welke partij de uiteindelijke eigenaar is van een zonnepaneleninstallatie op het dak van een distributiecentrum. Dat kunnen zijn de eigenaar van het pand of in geval van verhuur, de huurder-gebruiker van het pand of een derde partij.
De eigenaar van het pand of de huurder-gebruiker kan kiezen voor zelf investeren in de koop van een installatie. In dat geval komen subsidies, besparingen bij eigen verbruik of opbrengsten van levering van stroom aan het net direct terecht bij de eigenaar van de installatie.
Wanneer de ondernemer niet zelf wil of kan investeren, bestaan er mogelijkheden dat een derde partij investeert in de zonnepaneleninstallatie. In dat geval huurt deze derde partij het dak van de eigenaar van het pand of is er sprake van een leaseconstructie. Een andere reden voor ondernemers om te kiezen voor verhuur van het dak of het leasen van de installatie, is het gemak dat een derde partij alles regelt.
Maar waar krijg je zoal mee te maken bij de aanleg van een zonnepaneleninstallatie?
Net zoals bij andere elektrische installaties bestaat het risico op brand door bijvoorbeeld kortsluiting en blikseminslag
In alle gevallen is het noodzakelijk om voorafgaand aan de installatie eerst te overleggen met de verzekeraars van de installatie, het pand waarop de installatie wordt geïnstalleerd en de verzekeraars van de eventuele huurder van het pand voor inventaris en opgeslagen goederen. Verzekeringen die moeten worden afgesloten voor de bouwfase zijn: een bouw-montage verzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Gebruikelijke verzekeringen tijdens de operationele- of exploitatiefase zijn: een verzekeringsdekking voor schade aan de installatie (er zijn specifieke verzekeringsproducten voor zonnepaneleninstallaties) en een aansprakelijkheidsverzekering.
Energie uit zonnepaneel-installaties is inmiddels, evenals bijvoorbeeld uitgebreide gebouwisolatie, een belangrijke component bij de verdere verduurzaming en het behalen van klimaatdoelstellingen. Geconcludeerd mag worden dat daken van veel logistieke panden, distributiecentra, magazijnen en ook koelvrieshuizen, goede mogelijkheden bieden voor het plaatsen van deze installaties.
Zonnepanelen op bedrijfsdaken zijn in de meeste gevallen bovendien zonder meer veilig te realiseren, waarbij er sprake is van een overzichtelijk risico. In die gevallen zijn deze installaties prima te verzekeren in tegenstelling tot wat sommige tussenpersonen, makelaars of andere adviseurs aan bedrijven vertellen. Domweg zeggen dat het niet kan, komt voort uit onwetendheid of gemakzucht.
In het kader van het maatschappelijk belang bij het behalen van milieudoelstellingen, moet de verzekerbaarheid van zonnepaneel-installaties op gebouwen geen bottleneck worden. Ook niet als deze daken, zoals bij veel distributiecentra zijn voorzien van brandbare isolatie. Wie nadenkt over de risico’s en op basis daarvan een installatie realiseert die aantoonbaar van goede kwaliteit is en die op professionele, hoogwaardige wijze is geïnstalleerd en wordt onderhouden, die heeft een goed verhaal bij verzekeraars.