De Nederlandse arbeidsmarkt verkrapt steeds verder. Uit recent onderzoek van ING blijkt dat twee derde van de ondervraagde bedrijven verwacht in 2019 met een personeelstekort te kampen. Ook in de logistiek is de nood hoog. Desondanks worden verladers en logistiek dienstverleners steeds creatiever in het werven van nieuw personeel, door bijvoorbeeld statushouders een kans te bieden op een vaste baan. Dat verloopt in de praktijk niet altijd even soepeltjes, maar met een goede begeleiding en training kan een statushouder uitgroeien tot een volwaardige dc-medewerker, heftruck- of vrachtwagenchauffeur.
Foto: Fred Leeflang Fotografie
Lees verder 
Voor logistiek dienstverlener Leen Menken Food Logistics was het puur toeval dat de eerste statushouder - een Eritreeër – in dienst werd genomen. Sander Hoogerbrugge, operations-manager bij Menken, zegt hierover: “Hij fietste letterlijk bij ons naar binnen. Hij kwam op de fiets bij ons om te vragen naar een baan. Hij is direct aangenomen en aan de slag gegaan als operationeel medewerker. In de periode daarna nam hij Eritrese kennissen mee, die ook op zoek waren naar een baan en bij ons aan de slag konden.”
Leen Menken Foodservice heeft in de Randstad een distributiecentrum in gebruik waar inpakwerkzaamheden worden uitgevoerd voor een grote maaltijdboxen-producent. Tot twee jaar geleden bestond het werknemersbestand, van ongeveer 250 medewerkers, vooral uit Nederlandse en Poolse medewerkers. Inmiddels heeft het bedrijf zo’n 70 werknemers uit Eritrea in dienst. In totaal zijn er ongeveer 10.000 Eritrese statushouders in ons land. Maar 8 procent hiervan heeft een baan. De meeste statushouders die uit dit land komen hebben weinig werkervaring opgedaan, ook niet in het land zelf. Voor maar liefst 83 procent van statushouders uit Eritrea is een uitkering na twee jaar nog steeds het belangrijkste inkomen. Ruim 20 procent meer dan gemiddeld, blijkt uit het vorig jaar verschenen CBS-rapport ‘uit de startblokken’. Menken kan zich hiermee dus in 1 klap een van Nederlands grootste werkgevers voor de Eritreeërs noemen.
Volgens Hoogerbrugge nemen de werknemers uit Eritrea hun inburgering heel serieus. “Ze spreken al een behoorlijk woordje Nederlands, zijn prettig in de omgang en vormen een goede aanvulling op ons team. Een aantal van hen heeft zelfs al promotie gemaakt naar een sleutelfunctie binnen het proces.” De operations manager ziet de toekomst met deze arbeidskrachten positief in, al moest het bedrijf in het begin wel even wennen aan de afwijkende Eritrese feestdagen die een week achterlopen op de Nederlandse.
Ook Jan Peter Müller, directeur van Müller Fresh Food Logistics, kwam eigenlijk per toeval op het idee om statushouders een opleiding tot chauffeur aan te bieden, want net als andere collega’s in de branche heeft Muller een schreeuwend tekort aan chauffeurs. Müller kwam op het idee bij het paasvuur in Holten vorig jaar toen hij iemand ontmoette van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). “Tijdens die ontmoeting ontstond het idee: "We gaan statushouders opleiden tot volwaardig vrachtwagenchauffeur".
Müller werkt samen met taalbureau Capabel Taal uit Utrecht want kennis van de Nederlandse taal en (werk-)cultuur is cruciaal. De statushouders krijgen 4 dagdelen taalles en werken 3 dagen in de operatie bij Müller in Holten. Na 6 maanden wordt gekeken wie door kan tot de opleiding voor vrachtwagenchauffeur. Statushouders die voldoen aan de eisen krijgen een 32-urig contract bij de logistiek dienstverlener.
Zo ver is het nog niet. Om te starten moeten minimaal 15 statushouders aangemeld zijn. Gemeenten moeten de statushouders aanmelden en daar wringt volgens Müller de schoen. “Ze willen garanties die wij op dit moment niet kunnen geven. Een aantal gemeenten haakt daarom af. Dat is jammer, want wie de opleiding goed doorstaat heeft een baan voor het leven.
Müller realiseert zich dan ook terdege dat er nog een lang weg te gaan is om de statushouders op te leiden tot een volwaardig vrachtwagenchauffeur. “Het behalen van het rijbewijs is voor een Nederlander al lastig laat staan voor een statushouder die de Nederlandse taal vaak niet helemaal machtig is.”
Bentvelzen Transport in Alphen aan den Rijn volgt het voorbeeld van Müller door een groep van zes statushouders de mogelijkheid te bieden om een opleiding te volgen tot vrachtwagenchauffeur. Hiervoor is de transporteur in zee gegaan met Rijnvicus, het werkbedrijf van de gemeente Alphen aan den Rijn.
De transporteur kwam in contact met Rijnvicus tijdens een banenmarkt vorig jaar. Naar aanleiding van deze bijeenkomst heeft de transporteur zes statushouders met een verblijfsvergunning geselecteerd uit Syrië, Eritrea en Iran. Deze hebben van Bentvelzen een baangarantie gekregen. Bentvelzen en Rijnvicus hebben met elkaar een opleidingsplan opgesteld voor deze statushouders, als pilot.
Het opleidingsplan gaat net een stap verder dan bij andere zij-instromers. “Hoewel de kandidaten al redelijk Nederlands spreken, hebben we gezamenlijk besloten dat een extra cursus inclusief vaktermen de kans op succes groter maakt”, aldus Lisa van der Hulst, accountmanager bij Rijnvicus. “NL Training heeft cursusmateriaal gemaakt van de theorieboeken”. Ook gaan de kandidaten regelmatig mee met chauffeurs van Bentvelzen.
Na de taaltrainingen starten de kandidaten met theorieles voor het chauffeursdiploma en rijbewijs C en E. Als alles volgens plan verloopt, zijn de deelnemers in de eerste helft van dit jaar klaar om voor Bentvelzen de weg op te gaan.
Taal is vooral een belemmerende factor om als statushouder en zij-instromer aan de slag te kunnen gaan achter het stuur van een vrachtauto. Van der Hulst zegt, dat de geselecteerde kandidaten graag aan de slag willen. “Voor hen is dit echt een jongensdroom. Dat is belangrijk in het geval van Bentvelzen. Want zij hebben passie voor dit vak, willen hier blijven wonen en werken en dus is de kans dat ze blijven een stuk groter dan bijvoorbeeld bij chauffeurs uit Oost-Europa het geval is. Maar het vergt wel een investering op lange termijn.” Inmiddels is het werkbedrijf uit Alphen aan den Rijn in gesprek met meerder transportbedrijven in de regio over een vergelijkbare aanpak.
Ook in het naburige Bleiswijk heeft het gereedschappenleverancier Toolstation met succes zeven statushouders opgeleid tot logistiek medewerker. Afgelopen november ontvingen de statushouders bij evofenedex – waar een op maat gemaakte basisopleiding Logistiek medewerker werd gevolgd – het Certificaat Logistiek medewerker. Dit traject is tot stand gekomen in samenwerking met Toolstation en het WerkgeversServicepunt Zuid-Holland Centraal. Zes cursisten zijn aan het werk als logistiek medewerker in het nieuwe magazijn van Toolstation in Bleiswijk en hebben hier inmiddels een jaarcontract aangeboden gekregen.
Tijdens het traject is nog een zevende kandidaat opgeleid tot logistiek medewerker, die elders werk heeft gevonden. Inmiddels is een nieuwe groep bij de verladersorganisatie gestart voor een opleiding logistiek medewerker en een derde staat in de startblokken die naar alle waarschijnlijkheid bij meerdere bedrijven in de regio Zoetermeer aan de slag gaan.
Eric Davidse, HR directeur Toolstation, is te spreken over de zeven nieuwe arbeidskrachten in zijn bedrijf die voornamelijk worden ingezet voor orderpickactiviteiten. “We zijn hier samen met het werkgeversservicepunt een halfjaar geleden mee begonnen en dat is eigenlijk een enorm succesverhaal geworden. Alle deelnemers zijn geplaatst en bij ons aan de slag. Vanaf leidinggevenden krijg ik positieve feedback terug. Deze groep is ontzettend gemotiveerd en werkt nagenoeg foutloos. Wij willen daarom meer statushouders op gaan leiden om voor ons te gaan werken, zeker met alle groei die we doormaken hebben we deze mensen heel hard nodig.”
Benjamin Beukers, accountmanager opleidingen bij evofenedex, stelt dat het opleiden van de statushouders ‘spannend’ was. “De kennis van logistiek was bij deze mensen nihil. Het woord ‘logistiek’ kenden ze meestal niet eens. Ook andere begrippen als structuur, op tijd komen en pro-actief reageren op dingen was best moeilijk aangezien ze dat niet gewend zijn vanuit hun cultuur. Daar hebben we onze cursus ook op aangepast.”
Als voorbeeld van pro-actief reageren geeft Beukers op hoe werd omgegaan met pickopdrachten. “Je krijgt een orderpicklijst en hiervoor pick je voor een klant iedere maandag 10 artikelen. Op een gegeven staan er echter 100 pick je die dan of ga je naar je chef toe met de vraag waarom er in een keer zoveel orders verzameld moeten worden in plaats van 10. Vanuit hun cultuur zijn ze dat niet gewend. Desalniettemin hebben zij allemaal de opleiding met goed gevolg volbracht en ik begreep van de docent dat er een paar tussen zitten die op termijn kunnen doorgroeien naar de functie van logistiek teamleider. Mits ze de juiste stappen blijven maken.”
Als ondernemers in zee willen met statushouders dan is volgens Beukers vooral de rol van het regionale Werkgeversservicepunt van belang. “Deze organisatie is de verbindende factor tussen de bedrijven en de gemeentes. Het is vooral belangrijk dat de accountmanagers bij het Werkgeversservicepunt de taal spreken van de ondernemers. Dan pas kunnen de juiste matches worden gemaakt en dat doen ze hier bij Zuid Holland Centraal erg goed.”
Beukers benadrukt dat het klaarstomen van een statushouder voor de functie van bijvoorbeeld orderpicker of heftruckchauffeur een proces van lange adem is. “Bedrijven moeten ze echt de kans geven en niet gelijk verwachten dat ze allerlei KPI’s moeten behalen. Bij Toolstation bijvoorbeeld investeren ze daar ook echt in door coaching en begeleiding op de werkvloer. Daarnaast zorgt het WerkgeversServicepunt voor een jobcoach die enorm betrokken is bij deze mensen en nauwlettend in de gaten houdt of ze wel op tijd op hun werk komen en zelf ook van de partij is als een dienst start. Als je de teugels laat vieren dan gaat het mis. Deze mensen hebben echt structuur nodig en door een veilig en warme werkomgeving te bieden blijven ze ook bij je. Bij de groep mensen bij Toolstation zagen we dat ook terug. We merkten aan alles dat ze wilden werken.”
Beukers merkt dat mede door het succes bij Toolstation er ‘reuring’ begint te komen bij andere ondernemers en leden van Evofenedex om ook in zee te gaan. “Het is wel zo dat wij alleen de rol van facilitator op ons kunnen nemen. Bij het Werkgeversservicepunt van een gemeente ligt uiteindelijk de belangrijkste taak want die moeten de kandidaten aanleveren. Zij hebben het beste zicht in de potentie van een statushouder en voor welke sector hij of zij het beste inzetbaar is.”
Statushouders vinden moeizaam werk
De grote stroom vluchtelingen die vanaf 2014 naar Nederland kwam, komt maar mondjesmaat aan werk. Anderhalf jaar na aankomst had vier procent van de asielzoekers een baan, een jaar later was dit elf procent, blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Ook de vluchtelingen die in 2015 arriveerden, vinden moeilijk een baan. Anderhalf jaar na arriveren had 90 procent van de statushouders in de werkzame leeftijd nog een uitkering. Een jaar later was dit gedaald naar 84 procent. Na tweeënhalf jaar zijn de meeste statushouders nog aan het inburgeren. Van de nieuwkomers doen de Afghanen het het beste. 29 procent van hen heeft na tweeënhalf jaar een baan. Het aandeel Afghanen in de vluchtelingenstroom was relatief klein: in 2014 kwamen er 605 op een totaal van 20.000 vluchtelingen. Syriërs (10.000 nieuwkomers) en Eritreeërs (4.000) vormen de grootste groepen. Eritreeërs vinden het moeilijkst werk: slechts zes procent van hen had vorig jaar een baan. Volgens minister Koolmees van integratie laten de CBS-cijfers zien dat de inburgering van nieuwkomers iets beter gaat naarmate de jaren vorderen, maar dat ‘nog te veel statushouders afhankelijk zijn van een bijstandsuitkering’.